1. Type draagvloer
Stap 1 is het bepalen van het type draagvloer. Een draagvloer is de vloer waarop je wilt gaan isoleren, zodat je daarna je zwevende dekvloer (zoals gietvloer of zandcement dekvloer) kunt aanbrengen. Is je draagvloer van hout, dan kan deze onder andere minder gewicht dragen dan een betonnen vloer.
2. Gewicht van draagvloer
De draagvloer is dus bepalend voor het maximaal toe te voegen gewicht van de zwevende dekvloer. Een zwevende dekvloer is een vloer die niet direct op de draagvloer wordt aangebracht, maar via een contactgeluid isolerende tussenlaag.
3. Beschikbare hoogte
Als je weet hoeveel gewicht je aan de draagvloer kunt toevoegen, dan kan je kijken welke hoogte je beschikbaar hebt voor de opbouw van de zwevende dekvloer. Een constructeur of aannemer kan uitrekenen welk gewicht je nog kunt toevoegen.
4. Vlakheid draagvloer
Allereerst moet worden gekeken of de draagvloer vlak genoeg is om zonder uitvlaklaag te worden opgebouwd. Een doorgezakte vloer heeft gietmortel nodig om vlak te worden dus komt er door de uitvlaklaag meer gewicht op de vloer te liggen. Hier dient rekening mee gehouden te worden.
5. Vloerverwarming ja of nee
De opbouw van de zwevende dekvloer kan met en zonder vloerverwarming worden uitgevoerd. Ook voor vloeren met weinig hoogte bestaan er passende oplossingen voor dunne dekvloersystemen met dunne vloerverwarming.
6. Gewenste contactgeluidisolatie
Gaat het om een vrijstaande woning, appartement of school? De wensen voor contactgeluidisolatie zijn niet alleen vastgelegd in de eisen van het Bouwbesluit, maar ook gebaseerd op wensen van de gebruikers. Een school heeft totaal andere wensen in contactgeluid dan een appartementencomplex van veertig verdiepingen hoog